Applicatie performance monitoring richt zich op het volgen van vijf primaire componenten van app performance: Runtime Architectuur applicatie, real user monitoring, business transactie, component monitoring, analytics & reporting. Application performance monitoring werkt door te analyseren hoe apps presteren en of ze zich op de juiste manier gedragen; als de apps zich niet op de gewenste manier gedragen, dan worden gegevens verzameld over de bron van het probleem; de verzamelde gegevens worden geanalyseerd en aangetoond dat ze zich niet correct gedragen; en de applicatie-omgeving wordt gecorrigeerd om eventuele soortgelijke problemen op te lossen voordat ze zich voordoen. Bij het configureren van een APM oplossing moet rekening worden gehouden met drie categorieën van gegevens: metrieken, trace en logbestanden. Een metric is een gekwantificeerde maat die kan worden gebruikt om de status van een specifiek proces te begrijpen. Metrieken worden vaak vergeleken met een gedefinieerde basislijn om de status van het systeem of proces te analyseren.